Sylvie Meis legt uit waarom ze miljonairs aan de haak slaat en niet de groenteboer
Sylvie Meis: “Ik val op humor, niet op geld”
In het interviewprogramma Open Kaart van Robbert Rodenburg doet Sylvie Meis openhartig een boekje open over haar liefdesleven, botox, een heftige inbraak én de kritiek die ze krijgt op haar voorkeur voor vermogende mannen.
“Je wint me met humor”
De 47-jarige presentatrice, die inmiddels weer single is, wordt in het interview gevraagd wat iemand moet doen om haar hart te veroveren. Haar antwoord is helder: “Humor. Ja, absoluut. Iemand moet slim zijn, heel intelligent, en vooral ook grappig. Natuurlijk spelen andere dingen ook mee, maar humor is echt de sleutel.”
In januari 2024 kwam haar relatie met zakenman Wim Beelen ten einde. Beelen, ook wel bekend als de ‘afvalkoning van Nederland’, heeft volgens Quote een geschat vermogen van 155 miljoen euro. En ook Meis’ andere exen – waaronder een topvoetballer, meerdere zakenmannen en een vermogende kunstenaar – waren stuk voor stuk financieel succesvol.
“Het moet wel klikken”
Toch zegt Meis dat het haar niet om het geld gaat. Ze noemt de opmerkingen van onder andere de heren van Vandaag Inside – die haar vaker bekritiseren omdat ze nooit met “de groenteboer of de slager” zou daten – “veroordelend”.
“Je zoekt iemand die bij je past en met wie je kunt levelen. Iemand die snapt hoe mijn leven eruitziet. Dus is het eigenlijk logisch dat ik zulke mensen ontmoet,” legt ze uit. “Dat het om geld zou draaien, slaat nergens op. Ik ben een onafhankelijke vrouw, ik heb mijn leven zelf op orde en heb niemand nodig om dat vorm te geven.”
Kritiek van “oude, gefrustreerde mannen”
Op kritiek vanuit de media heeft Sylvie steeds minder boodschap. Ze kijkt zelf geen Nederlandse televisie en zegt: “Ik weet vaak niet eens wie al die mensen zijn.”
Ze vindt het opmerkelijk dat in een tijd waarin ‘cancel culture’ hoogtij viert, bepaalde mannen nog steeds een podium krijgen.
“Het zijn oude, witte mannen die gefrustreerd zijn. Echt gefrustreerd. Je zou denken dat een zender daar eens goed over nadenkt. En vooral ook degene die die zender bezit – toch, John?”