Olcay Gulsen zorgt voor wrijving in VI: ‘Johan Derksen is ho*rtje!’

© SBS

Het lijkt erop dat Olcay Gulsen in 2025 niet meer terugkeert aan tafel bij Vandaag Inside. Ze had het al verbruid bij Johan Derksen door zijn favoriete gast aan te vallen — ze noemde Wierd Duk een ‘gepassioneerde racist’ — maar heeft zich tijdens haar VI-comeback van gisterenavond ook niet bepaald geliefd gemaakt bij de mannen aan tafel.

Ho*rtje van John

Johan heeft Olcay na haar sneer aan Wierd een ‘babbelzieke golddigger‘ genoemd en wordt nu voor het eerst weer met haar geconfronteerd. “Ik vind het een heel leuke vrouw en ik ben nu langzamerhand in een salarisklasse dat ik ook interessant word voor d’r”, grapt hij in de uitzending van Vandaag Inside.

Daarop zegt Wilfred: “Voor een babbelzieke golddigger, bedoel je?”

Olcay: “Ja, maar Johan, ik verdien meer dan jij, denk ik. Jij bent eigenlijk het ho*rtje van John de Mol. Jij hebt vandaag bijgetekend, toch, voor twee jaar?”

‘De ho*r!’

Johan probeert de ongemakkelijke situatie met een overdrijvijng op te lossen. “Ik ben niet het ho*rtje. Ik ben de hó*r van John de Mol!”

Olcay: “Jij leeft op zijn creditcard. Twee uurtjes per dag lullen aan tafel en dik factureren. Of ben je in dienst van John de Mol?”

Johan: “Nou, nee, wij hebben gewoon een contract. Ik kan geen factuurtjes sturen, want ik heb geen bedrijf. Ik word verloond, zoals dat heet.”

‘Doe jij het goed?’

Als René van der Gijp haar vraagt of ze goed boert met haar ‘schoonheidsdingetjes’, geeft Olcay aan dat het inderdaad ‘hartstikke goed’ gaat. Wilfred: “Dus je hebt die miljonair niet nodig, dat bedoel je eigenlijk?”

Olcay: “Ik heb nog nooit een euro van een man aangenomen en ik heb vaker armere mannen gedatet dan rijkere mannen.”

Johan: “O, die arme heb ik allemaal gemist dan. Dan heb je er al een hele hoop gehad, want je hebt al een paar rijke gehad, dus ook nog arme…”

Faillissement

Als Olcay om een voorbeeld vraagt, zegt Johan: “Nou, toen je in die kleding zat, zat je met een gefortuneerde familie.”

Olcay: “Wie dan? Wie was dat dan?”

Johan: “Ja, ik weet niet hoe die mensen heten.”

Olcay: “Ik weet niet wie je bedoelt.”

Johan: “Nou, waar toen die rel over ontstaan is dat je vlak voor het faillissement nog een auto kocht enzo.”

Olcay: “Dat is niet waar, want die hele factuur zat gewoon op mijn eigen naam en dat heeft Peter R. de Vries toen ook ontkracht en hij liet zien dat het op mijn eigen naam stond. Het is helemaal niet dat het op het bedrijf stond. Nee, maar ik bedoel: welke mannen bedoel je dan?”

Voetballer

Johan noemt vervolgens Edgar Davids. “Nou, die voetballer had wel een paar centen te verteren.”

Olcay: “Dat was ook een voetballer die heel veel van z’n geld had opgemaakt. Maar ik heb zelf altijd gewerkt, Johan.”

Johan: “Keurig hoor, maar kijk: er zijn van die dingetjes… Ik vind je aan tafel een leuke meid, maar er zijn wel wat dingen die me tegenstaan aan jou.”

Olcay: “Ja, maar omdat ik jouw vriendje een racist heb genoemd, maar dat mag toch? Dat verschil mag toch?”

Racist

Johan vindt het twijfelachtig. “Ik vind elkaar wat noemen… Maar racist vind ik een beladen term om dat te doen. Het is een gerespecteerde journalist die heel serieuze stukken schrijft. Je kunt het met hem eens zijn of niet, maar ik vind niet dat je even tussen neus en lippen die man voor racist kunt uitmaken.”

Olcay: “Ik maak daar een duidelijk verschil over. Ik zeg ook: Johan Derksen is voor mij absoluut geen racist. Het is niet zo dat jij hele bevolkingsgroepen over één kam scheert en zegt dat iedere Marokkaan in de basis een antisemiet is. Dat is het verschil.”

Johan: “Wierd Duk zeker niet. Ik vind dat een sociaal bewogen man eigenlijk.”

Naar de rechter

Olcay heeft er geen spijt van. “Dat vind ik ook. Ik vind het een sociale man, alleen ik vind dat hij behoorlijk racistische opmerkingen maakte over Marokkaanse mensen. Hij mag zeggen wat hij zegt en ik mag zeggen wat ik zeg toch? Ik bedoel…”

Johan: “Ja, maar ik vind racist nogal een beschuldiging hoor.”

Olcay: “Nou ja, ik vond dat hij racistische opmerkingen maakte.”

Johan: “Ja, maar als Wierd naar de rechter stapt, dan heb jij een probleem om dat hard te maken.”

Olcay: “Hoe vaak ben jij gesued in Nederland door wat je hebt gezegd? Iedere keer word je daarvoor vrijgesproken, toch?”

Huwelijkscrisis

Als Olcay even later opnoemt wat voor haar de ideale man is, laat René blijken dat hij zich niet herkent in de door haar gewenste eigenschap ‘avontuurlijk’. “Ik ben bijvoorbeeld totaal niet avontuurlijk. Ik vind naar de Albert Heijn gaan al een gedoe.”

Olcay: “Ja, jij komt weinig je huis uit. Dat zou ik heel saai vinden.”

René: “Ja, ik vind dat lekker.”

Olcay begint dan over René’s huwelijkscrisis — een pijnpunt: “Als jouw vrouw dat lekker vindt, dan komt het toch goed? Dan komen jullie er samen wel uit.”

Wilfred wijst haar terecht: “Om er nou andere mensen bij te halen, dat is niet netjes…”

Ai…