Het leven van Rob de Nijs lijkt aan de buitenkant misschien wel glamoureus, met gouden platen en staande ovaties, maar als het doek definitief valt, wordt zijn vrouw Jet met een bittere realiteit geconfronteerd.
Ondanks dat Rob een van de bekendste kunstenaars van Nederland was, vertrok hij niet als miljonair. Sterker nog, hij verloor al zijn bezittingen terwijl hij nog leefde.
Volgens het partijblad was de financiële situatie na zijn dood niet bepaald reden tot vreugde. De vraag is: wat liet hij achter voor zijn dierbaren?
Rob heeft hier zelf ook moeite mee gehad. Hij kon er niet van slapen omdat hij zich zorgen maakte of zijn vrouw na zijn dood wel financieel gezond zou zijn.
In een openhartig interview op de Belgische televisie in 2017 gaf Rob zonder aarzeling toe: “Als ik morgen stop, sta ik de dag erna met lege handen.”
Hij vertelde dat hij ongeveer een miljoen euro op zijn rekening had staan, maar dat het geld verdwenen was nadat hij belasting had betaald. Hoewel veel mensen denken dat Rob een comfortabel leven heeft, is de werkelijkheid anders.
Zijn deelname aan het programma op RTL4 en het feit dat goede vriend Ali B coach werd bij The Voice zorgden voor enige stabiliteit, maar ook zijn afscheidstournee werd verstoord door de pandemie. Uiteindelijk werden er maar twee shows gehouden, waardoor er nauwelijks inkomsten uit voortkwamen.
Het enige bezit dat waarde lijkt te hebben, is het huis dat Rob en Jet in Bennekom kochten. Dit huis is ongeveer € 675.000 waard, maar er rust nog een hypotheek van € 625.000 op.
Het huis is inmiddels zo’n 1,4 miljoen euro waard, maar dat is nog maar op papier. Als je het huis niet verkoopt, is dat geld slechts theoretisch. Er is ook hoop op royalty-inkomsten, maar in het tijdperk van streamingmuziek is dat moeilijk te voorspellen.
Wat overblijft is een vrouw die de muzieklegende al jaren begeleidt, maar nu op elk dubbeltje moet rekenen.
Geen villa in Spanje, geen trustfonds – de financiën zijn geen ramp, maar ze brengen ook geen gemoedsrust. Het partijblad merkte op dat het allemaal maar een schrale troost was.
